The process to progress

Createment

21-05-2025
3 min. read
Work IT

Sjoerd zit in een trein. Letterlijk en figuurlijk. De eerste rijdt tussen Arnhem, Eindhoven en Utrecht. De tweede is een stuk minder voorspelbaar en loopt via vragen, feedback, ongemakkelijke stiltes, domme fouten, slimme fouten, aha-momenten en die ene collega die hij altijd kan bellen als het even vastloopt.

Zes maanden geleden begon Sjoerd via Createment aan zijn avontuur als trainee bij Alliander. Fris, gemotiveerd, met een laptop vol ambitie. Maar ook: geen idee wat hem te wachten stond. “Je komt in een team terecht waarin je de tijd krijgt om te leren. Maar je hebt eigenlijk geen flauw idee,” zegt hij. “Het is goed om jezelf af te vragen wat we hier nu precies aan het doen zijn en wat mijn rol is in dit geheel.”

En dat is meteen het hele punt. Want vragen móet je stellen. Maar ja—welke dan? En wanneer? En aan wie? “Het lastigste vond ik om uit te vinden welke vragen je nu wel en welke je niet moet stellen,” zegt Sjoerd. “En op welk moment? Hier moest ik écht mijn weg in zien te vinden. Je wilt niet die collega zijn die bij elke zucht ‘waarom?’ roept, maar ook niet degene die alles zelf probeert en drie dagen op een verkeerde manier bezig is.” 

Dus deed hij iets briljants in z’n eenvoud: hij vroeg het. Niet hoe hij presteerde. Niet of ze tevreden waren.

Nee: 

“Wat vind je van de hoeveelheid van mijn vragen?”

“En wat vind je van de kwaliteit ervan?”

Dat veranderde alles. Ineens was er ruimte. Structuur. Ritme.

“Ik weet nu beter bij wie ik moet zijn, en wanneer,” zegt hij. “Zo heb ik met mijn buddy een vast moment in de week afgesproken en heb ik inmiddels een goed beeld bij welke collega ik het beste aan de bel kan trekken voor een specifieke vraag. Het gaat echt heel erg lekker nu. Maar het blijft een proces.”  

En dat proces — dat is precies waar het allemaal om draait. Niet alleen op het werk. Ook op de weg. Of beter gezegd: op 42,195 kilometer asfalt.

Afgelopen zondag liep Sjoerd samen met zijn vader de marathon van Utrecht. Zij aan zij. Al kletsend. Tot aan kilometerbordje 40. Toen lieten ze het schema even los. Resultaat: beiden onder de vier uur. Handen omhoog over de finish. Opgelucht. En heel trots!

Het begon allemaal een paar jaar terug, toen Sjoerd nog in Australië zat. Zijn vader kwam met het idee om de marathon van Valencia te lopen. Sjoerd dacht: tof, ik ook. Alleen: veel te weinig getraind. “Ik heb daar enorm afgezien,” zegt hij. “Echt, ik had het vreselijk onderschat. De man met de hamer? Die kwam ik heel vroeg op het parcours al tegen.”

De tweede poging, Florence, ging een stuk beter. Redelijk voorbereid. Totdat de Florentijnse bestrating een rol ging spelen. “Die grote gladde stenen… kansloos. Ik wilde dit keer heel graag onder de vier uur lopen, maar kreeg in de laatste kilometers last van kramp. Niet gelukt dus.”

Maar Utrecht — Utrecht was anders. Goed getraind. Vol vertrouwen. “We konden de hele tijd samenlopen, praten, tempo vasthouden. Op het einde zat er zelfs nog een eindsprint in.”

Marathons lopen met je vader. Traineeships doorlopen met je team. Het is allemaal één grote metafoor met blaren. Vooruitgang zit ’m niet in eindtijden of beoordelingen. Het zit in durven vragen. In samen lopen. In leren waar je grens ligt — en dan nét iets verder gaan.

Sjoerd kijkt alweer vooruit. De marathon van Amsterdam staat op de planning. Ambities? “Die houd ik even voor me. Als ik het zeg, staat het zwart op wit. Hahaha.”

 

Ook op zoek naar ontwikkeling?

Deel bericht

GERELATEERDE
BLOGS